Spookrijder
Op 29 mei 2020 komen bij de politie rond 04:27 uur de eerste meldingen binnen van een spookrijder op de A12 tussen Arnhem en Utrecht. Verschillende getuigen verklaren dat hij erg hard rijdt. Uit onderzoek blijkt later dat hij met een snelheid reed van 156 km/h tot 178 km/h. De man reageert bij Ede niet op signalen van een politieauto, die naar aanleiding van de 112-meldingen naar de snelweg was gekomen. Hij stuurt zelfs nog in de richting van de agenten. De bestuurder van de politieauto kan een aanrijding nog maar net voorkomen. Ook op camerabeelden is te zien dat hij willekeurig over de weg slingert. Bij Maarn zien twee mannen, die op de juiste rijbaan parallel met de man meerijden, een vrachtwagen met zijn grote licht seinen en afremmen. Als de auto die achter de vrachtwagen rijdt van rijstrook wisselt om zo in te halen, botst die frontaal op de spookrijder. De bestuurder raakt zwaargewond; de bijrijder overlijdt ter plekke.
Opzet
De man verklaart dat hij voordat hij in de auto stapte een rustgevend middel had ingenomen, dat hij een joint had gerookt én nog een pil had gekocht bij een junk. Vanaf dat moment weet hij niets meer. Volgens de rechtbank is in deze zaak niet bewezen dat sprake is van ‘vol opzet’. Het staat niet vast dat het de bedoeling van de man was om de weggebruikers en de agenten van het leven te beroven óf hen zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Wel heeft hij, door met hoge snelheid slingerend te gaan spookrijden, de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij op anderen zou kunnen botsen en dat zowel hijzelf als die anderen ook zouden kunnen overlijden. Dit maakt dat wél sprake is van ‘voorwaardelijk opzet’.
Straf
De rechtbank veroordeelt de man voor doodslag en poging tot doodslag en legt hem een celstraf op van 5 jaar én een rijontzegging van 11 jaar. Deze straf is lager dan door de officier van justitie geëist. Die vroeg om 7 jaar gevangenisstraf en een rijontzegging van 20 jaar. De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf rekening met de persoonlijke omstandigheden van de man. Zo leidt hij aan verschillende stoornissen én is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Deskundigen adviseren om de man verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. De rechtbank neemt dit advies over.