“Een heel bijzondere, maar ook intensieve klus”, vertelt Erwin Abbink, hoofd Arbeid van PI Almelo. “We hebben begin december de eerste 76 pallets met uitrusting ontvangen. Niet alle aangeleverde uniformen zijn nog bruikbaar zijn, uiteindelijk moeten er 30.000 pakken beschikbaar komen voor het leger in Oekraïne.”
Dat gereed maken van de oude Nederlandse uniformen is een welhaast militaire operatie. “De uniformen gaan door een scanapparaat om te zien of er nog iets inzit wat er niet in hoort, worden gecontroleerd op bruikbaarheid, gesorteerd op maat, de Nederlandse vlag gaat eraf net als andere kenmerken, de kleding wordt gewassen, netjes opgevouwen, in dozen gestopt en vervolgens aan Defensie teruggegeven voor transport naar Oekraïne”, legt Abbink uit.
Het proces van sorteren begint in De Fabriek, een locatie vlakbij PI Almelo waar naast gedetineerden ook verschillende doelgroepen met een afstand tot de arbeidsmarkt werkervaring kunnen opdoen. Vervolgens wordt de gebruikte militaire kleding overgebracht naar één van de werkzalen binnen de muren van de gevangenis, waar gedetineerden dagelijks aan het werk zijn, voor verdere verwerking. “Er zijn zo’n twaalf tot twintig gedetineerden bij de werkzaamheden betrokken”, zegt Abbink.
Het hoofd Arbeid van PI Almelo vindt het een hele eer dat de gevangenis deze klus op zich mag nemen. “Wij zijn trots en dankbaar dat wij als PI in samenwerking met Defensie een bijdrage mogen leveren aan Oekraïne. Samen met onze medewerkers en gedetineerden zorgen wij ervoor dat uniformen gereed en beschikbaar worden gemaakt voor de Oekraïense strijdkrachten.”
Dat het Kleding- en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf van Defensie, dat gaat over de militaire kleding, terecht kwam bij PI Almelo heeft alles te maken met het feit dat het arbeidsbedrijf in deze inrichting veel ervaring heeft met textielbewerking. Abbink: “Zo recyclen we bijvoorbeeld oude dienstkleding van gevangenispersoneel uit het hele land. Deze kleding wordt door de gedetineerden gesorteerd en ontdaan van alle bedrijfskenmerken zodat deze later tot vilt kan worden verwerkt. Van dat materiaal worden in de gevangenis weer nieuwe producten gemaakt zoals lampen, schilderijen, tassen of geluidswerende wanden. Een mooi voorbeeld van duurzaamheid.”