ALBERGEN - Op 26 november 2024 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak tussen de Staat/staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en het COA, de stichting Democratisch Recht Albergen en de gemeente Tubbergen.


Waar gaat het over?

De stichting Democratisch Recht Albergen (de stichting) komt op voor de belangen van de inwoners van Albergen in de gemeente Tubbergen. De stichting stelt dat de inwoners schade (zullen) lijden door de komst van het asielzoekerscentrum (AZC) in Albergen. Volgens de stichting hebben de inwoners er belang bij te weten wie zij voor die schade aansprakelijk kunnen stellen op grond van onrechtmatig handelen: is dat het COA, de Staat, de staatssecretaris (persoonlijk), de gemeente, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente en/of de leden van dat college persoonlijk? Om dit duidelijk te krijgen wil de stichting getuigen laten horen bij de rechter.

Een voorlopig getuigenverhoor in bepaalde gevallen mogelijk

Voorafgaand aan een procedure bij de rechter is het soms mogelijk om getuigen te laten horen over een vordering die een partij wil indienen. Dan moet wel aan bepaalde eisen worden voldaan. In de zaak van de stichting tegen de gemeente Tubbergen heeft de stichting een verzoek ingediend voor het horen van getuigen om duidelijkheid te krijgen over de aansprakelijkheid. De rechtbank Overijssel heeft dat verzoek toegewezen.

Gerechtshof wijst verzoek voorlopig getuigenverhoor af

Het gerechtshof wijst in hoger beroep het verzoek van de stichting voor het horen van getuigen af, omdat het verzoek niet voldoet aan de wettelijke eisen voor het houden van een voorlopig getuigenverhoor. De stichting heeft in haar verzoek tot het horen van getuigen onvoldoende duidelijk omschreven op welk feitelijk gebeuren het verhoor betrekking zal hebben en/of welk belang zij heeft bij toewijzing van dat verzoek. De stichting wil kennelijk duidelijkheid krijgen over de hele gang van zaken rondom de besluitvorming over de komst van het asielzoekerscentrum. Zij wil weten wie welke rol daarbij heeft gespeeld. Daarvoor is het middel van een voorlopig getuigenverhoor echter niet bedoeld. De gemeente en onder andere het COA hebben al allerlei informatie aan de stichting verstrekt, zodat de stichting duidelijk moest maken welke feiten op dit punt nog moeten worden onderzocht. Dat heeft de stichting niet gedaan.

Met deze beslissing heeft het hof nog niets gezegd over de vordering tot schadevergoeding die de stichting eventueel tegen onder andere de Staat en de gemeente wil instellen. Over die vordering oordeelt het gerechtshof nu niet. Met deze beslissing oordeelt het hof alleen dat wat de stichting wil bereiken niet kan via het horen van getuigen tijdens een voorlopig getuigenverhoor.